De Uil
Hoe help je een uil in nood?
Heb je een (gewonde) uil gevonden? Lees hier wat je kunt doen.
Bos- en Ransuilen broeden soms ook in stadsparken of recreatiegebieden en soms in zelfs uw (binnen)tuin. Bosuilen broeden in boomholten. Maar ransuilen, herkenbaar aan de oorpluimpjes. maken vaak gebruik van een oud ekster- of kraaiennest, en nestelen soms ook op de grond. Uilskuikens zijn heel anders dan gewone jonge vogels. Ze blijven lang op het nest – minimaal drie weken – maar als ze het nest verlaten zijn ze nog pluizig en onzelfstandig. Ze vallen met regelmaat uit het nest, maar dit is normaal voor de bos- en ransuil. Uilskuikens worden in deze periode van hun leven ‘takkelingen’ genoemd omdat zij bij het verlaten van het nest of gevallen zijn, zelf weer de nestboom of naburige boom in kunnen klimmen. Laat ze dus met rust! De ouders voeren bij tot ongeveer 5 weken of langer, dan zijn de uilskuikens vliegvlug. Wat te doen als je een (gewonde) uil vindt? Hieronder vindt je alle informatie.
Uilskuikens worden in deze periode van hun leven ‘takkelingen’ genoemd omdat zij bij het verlaten van het nest of gevallen zijn, zelf weer de nestboom of naburige boom in kunnen klimmen.
Hoe help je een jonge uil?
U kunt het dier oppakken en voorzichtig op een tak in de buurt van het nest zetten. Indien u dit niet kan of durft, markeer dan de boom waaruit het dier gevallen is (bijvoorbeeld met een shawl of lint) en bel de dierenambulance voor hulp bij het terugzetten. Bellen naar het dichtstbijzijnde vogelopvangcentrum kan ook. Zij hebben vaak contacten met lokale uilenwerkgroepen die het jong weer terug in de boom kunnen zetten. Grootbrengen door de ouders heeft in bijna alle gevallen de voorkeur.
Wat als er gevaar dreigt voor de takkeling? Bijvoorbeeld door loslopende honden? Markeer dan de boom op de plaats waar u de jonge uil gevonden heeft, plaats het jong in een doos en bel de lokale werkgroep uilen of de dierenambulance. Zij kunnen helpen beslissen of het verstandiger is het dier terug te plaatsen of mee te nemen naar de vogelopvang.
Contact
Bij een wild dier in nood:
Landelijk meldnummer Dierenambulance: 144
Zoek een lokale Dierenambulance
Zoek een vogel- of dierenopvang