De Haas
Hoe help je een haas in nood?
Heb je een (gewonde) haas gevonden? Lees hier wat je kunt doen.
Hazen komen in heel Nederland voor maar het aantal hazen is sinds de landbouwintensivering sterk gedaald. Na de jaren ’50 van de vorige eeuw zakten de aantallen drastisch door de verarming van het agrarische land. Hazen eten graag onkruiden en met de modernisering van de landbouw bleven er maar enkele soorten gras over. Ook de akkers werden vergroot waardoor perceelranden en houtwallen of andere beschutting verdwenen. Ook wordt er nu vaker gemaaid dan vroeger en dat kost jonge haasjes vaak het leven. Daarnaast is de haas haast vogelvrij: hij staat op de lijst voor ‘bejaagbare soorten’ in het jachtseizoen maar mag ook, in het kader van schadebestrijding, het hele jaar geschoten worden. Als je een (gewonde) haas vindt, kun je twee dingen doen: je vraagt de opvang om advies of je brengt hem naar de dichtstbijzijnde wildopvang (bij uitzondering). Wanneer doe je wat? Hieronder vindt je alle informatie.
Laat jonge haasjes die je alleen, liggend in het veld aantreft, met rust! De moeder komt elke avond de jongen zogen.”
Wanneer vraag je om advies?
In het algemeen geldt: laat jonge haasjes met rust. Bij twijfel, bel met een wildopvangcentrum voor advies
Als een kat of hond een jonge haas in zijn bek heeft gehad (ook al zijn er geen zichtbare verwondingen).
Als kraaien/ meeuwen het jonge haasje aanvallen
Als het jonge haasje op een sportveld ligt dat in gebruik wordt genomen en er is aan de rand van sportveld geen veilige plek om het diertje over te zetten
Als het haasje op een bouwterrein ligt waar gewerkt wordt
Als je een jong haasje met verwondingen aantreft
Waar en hoe leeft een haas?
Hazen leven bij voorkeur in een open gebied zoals weilanden, polders, kwelders en op akkers. Ook komen ze voor aan de rand van loofbossen en open bosland. In te natte omgevingen en in naaldbossen ontbreken hazen. Ideaal biotoop voor hazen zijn kleinschalige landbouwgebieden met afwisselende gewassen en met schuilmogelijkheden zoals heggen en bosranden.
Hazen leven meestal solitair, maar in de paartijd en in de winter zijn er ook groepjes hazen te zien. Hazen zijn sterk plaatsgebonden, maar hebben geen territoriumdrift. Hazen zijn typische vluchtdieren omdat ze prooi vormen voor roofvogels en roofdieren. Ook leven ze niet in holen maar in zogenaamde ‘legers’ wat niet meer is dan een ondiepe kuil in de grond voor beschutting. Om bovenstaande redenen zijn ze schuw en altijd alert. Op de vlucht kunnen ze wel tot een snelheid van 65 km/u rennen en ‘haken slaan’ oftewel plotseling met 90 graden van richting veranderen. In de paartijd – bij hazen ‘rammeltijd’ genoemd – kun je hazen in groepjes zien ‘boksen’. Het zijn de dominante mannetjes die de in lagere rangorde staande mannetjes hazen verjagen, óf het zijn vrouwtjes die nog niet ontvankelijk zijn voor de paring. Zij meppen de mannetjes – rammelaars genoemd- van zich af. De rammeltijd duurt van december tot augustus, maar in de eerste maanden van het jaar zijn de groepjes vechtende hazen het meest te zien. Per jaar kunnen hazen wel drie keer een worp jongen krijgen. Vaak niet meer dan twee of drie jongen tegelijk. Het vrouwtje zoogt deze jongen ongeveer een maand. Sterfte onder vooral de jonge hazen door kou en regen, parasieten zoals leverbot, en ziekten waaronder hazenpest en myxomatose. Andere belangrijke doodsoorzaken van de haas zijn het verkeer en de jacht en natuurlijk ook roofdieren.
Wanneer breng je een haas naar de opvang?
Zelden, en daar is een goede reden voor!
Volwassen hazen komen eigenlijk zelden of nooit in een wildopvangcentrum terecht. Als ze ziek zijn verschuilen ze zich en worden ze nauwelijks door mensen ontdekt. Bij aanrijdingen overleven ze het meestal niet.
Jonge haasjes worden vaak onterecht naar de opvang gebracht. Mede door een aantal misverstanden. Allereerst omdat hazen, anders dan konijnen, geen hol als thuis hebben, maar een zogenaamd ‘leger’. Dat is een ondiepe kuil in het gras of akker- of bosrand. Haasjes zijn bij hun geboorte ook niet kaal, zoals konijntjes, maar zijn al helemaal compleet in vacht en de oogjes zijn open. Als mensen bijvoorbeeld een jong vinden dat alleen ligt, denken ze dat het dier door zijn moeder is verlaten. Dat is onwaar: jonge haasjes kruipen al na een tot drie dagen van hun geboorteplek weg en verstoppen zich in de vegetatie. De jongen verspreiden zich zodat elk haasje alleen ligt. Dat kan tot ruim honderd meter van de plaats van de geboorteplek af zijn. Elke avond na zonsondergang komt moeder haas (moer) terug, maakt een laag grommend geluid, en komen de jonge haasjes terug naar de geboorteplek waar ze in een tijdbestek van drie tot vijf minuten gezoogd worden en dan verdwijnt de moerhaas weer. Dit gaat door totdat de jongen zelfstandig zijn. Zelfs als de moeder haas dood is, worden de jongen nog gezoogd door ‘tantes’ met jongen in de buurt. Het tweede misverstand is dat haasjes die zijn aangeraakt door mensenhanden worden verstoten, dat is niet waar. Laat daarom jonge haasjes in het veld met rust.
Wat kun je betekenen voor de haas?
Laat jonge haasjes vooral met rust! Zie boven ‘wanneer naar de opvang?’ Daar staat uitgelegd waarom je jonge haasjes beter niet kunt ‘redden’
Hou je hond aangelijnd in landbouwgebieden als de hond een jager is, die achter wild aangaat. Een haasje dat gepakt is door een hond, is meestal op slag dood
Een belangrijk deel van de jonge haasjes die binnenkomen in een wildopvangcentrum, zijn gepakt door huiskatten. Hou katten dan ook op je eigen terrein, bijvoorbeeld met een kattenren of een schutting om de tuin met een kattenwerende rand.
Verder kunt je als je zelf land bezit, jagers geen toestemming geven om op je grond te jagen. En als je agrariër bent of anderszins in bezit bent van graslanden, dan kun je het beste van binnen naar buiten maaien
Lees hier onze laatste blogs
Help in het wild levende dieren de winter door!
RUST Het is prachtig om te zien al dat sneeuw en ijs, maar voor in het wild levende dieren is het nu zaak om te overleven: kou kost veel energie en voedsel is moeilijk te vinden. Wat kun jij voor ze doen? Het zal je misschien verbazen maar het beste wat je kunt doen...
Noord-Hollandse wildopvangcentra luiden de noodklok: corona-crisis brengt ons in de problemen
Twaalf Noord-Hollandse wildopvangcentra hebben bij de provincie aangeklopt om extra geld in verband met de corona crisis. Naar schatting is gemiddeld zo’n 20% van de jaarlijkse inkomsten weggevallen en juist in deze periode van het jaar zijn de kosten hoger. Gansje in...
Let op zieke egels in Brabant en Limburg
Gisteren konden we lezen in een bericht op nos.nl dat er momenteel veel zieke egels gevonden worden in Brabant. Mogelijk is een bacteriële infectie de oorzaak, maar dit moet nog worden onderzocht door het Dutch Wildlife Health Centre. Vind je nu een zieke egel, neem...
Contact
Bij een wild dier in nood:
Landelijk meldnummer Dierenambulance: 144
Zoek een lokale Dierenambulance
Zoek een vogel- of dierenopvang