Twaalf Noord-Hollandse wildopvangcentra hebben bij de provincie aangeklopt om extra geld in verband met de corona crisis. Naar schatting is gemiddeld zo’n 20% van de jaarlijkse inkomsten weggevallen en juist in deze periode van het jaar zijn de kosten hoger.

Gansje in een wildopvangcentrum
foto: Wildopvang.nl

De inkomsten zijn teruggevallen omdat evenementen zijn afgelast, waardoor de opvangcentra daar geen donaties kunnen ophalen. De huis- aan-huis collecte kan in de 1,5 meter samenleving geen doorgang hebben en dat zal waarschijnlijk nog lang zo blijven. De Open Dagen in de wildopvangcentra zijn geannuleerd evenals rondleidingen en lezingen. De passanten die een gewond of verweesd dier brengen mogen niet verder dan het toegangshek en zijn daarom ook minder geneigd tot een gift.

De corona crisis valt midden in het hoogseizoen voor de opvang van natuurdieren. Juist in het voorjaar zijn er extra veel dieren in de opvang die hulp nodig hebben. Hierdoor zijn de kosten voor exploitatie in deze periode een stuk hoger dan de rest van het jaar. En door het wegvallen van stagiaires en vaak kwetsbare vrijwilligers, zijn er in deze drukke tijd nog meer ingehuurde medewerkers nodig. Deze extra arbeidskosten drukken zwaar op het budget. Kortom, er zijn grote zorgen over het voortbestaan van de wildopvangcentra.

Waarom kloppen wij aan bij de Provincie Noord-Holland?

De provincie gaat over natuur in de regio en de dertien wildopvangcentra in de provincie dragen daar toe bij. Daarnaast is het feit dat in 2017 de hele taak met betrekking tot de ontheffingen voor wildopvangcentra om wilde dieren op te vangen, te verzorgen en weer uit te zetten – inclusief de controle daarop van de rijksoverheid – aan de provincie is overgedragen. Gelukkig heeft de Provinciale Staten erkend dat zij hier ook financieel een rol in spelen door eenmalig in het coalitieakkoord verankerd twee ton te reserveren over de komende vier jaar. Een grote stap vooruit, ook al gaat dat geld niet rechtstreeks naar de wildopvangcentra, maar zal dat worden gebruikt voor een gezamenlijk nader te bepalen project waar wildopvangcentra of hun doelstelling zoals publieksvoorlichting, baat bij hebben. Deze reservering biedt dan ook geen soelaas en zeker niet aan de acute geld problemen die wildopvangcentra nu ervaren door de corona crises.

Inspraak

Gisteren, 8 juni, hebben de wildopvangcentra bij de commissie Landbouw, Natuur en Gezondheid van de provincie Noord-Holland ingesproken en hun bijdrage werd goed ontvangen. De twaalf wildopvangcentra die vertegenwoordigd werden door Stichting DierenLot en Wildopvang.nl pleitten voor te worden erkend als ‘maatschappelijk relevante organisaties’. De provincie Noord-Holland heeft namelijk twee fondsen in het leven geroepen om de gevolgen van de coronacrisis in Noord-Holland te bestrijden. Er is 10 miljoen euro uitgetrokken voor culturele en maatschappelijke organisaties. Die zijn bedoeld om dat soort organisaties op korte termijn te steunen zodat ze niet omvallen. Het verzoek van de 12 wildopvangcentra is daarom eenvoudig: “beschouw wildopvangcentra als relevante maatschappelijke organisaties en zorg dat een deel van dit fonds bij de wildopvangcentra terecht komt.”

Politieke vervolgstappen

In de Provinciale Statenvergadering van 29 juni komt dit verzoek aan de orde. Statenlid Ines Kostic (De Partij voor de Dieren) broedt op een motie of een amendement bij de kadernota. Er lijkt bij een groot deel van de Statenleden sympathie voor de wildopvangcentra te bestaan.